U bent hier
Op 1 jaar tijd bijna 500 fietsers naar spoeddienst door Gentse tramsporen. Anneleen Van Bossuyt: “Tijd om probleem ernstig te nemen”
Uit onderzoek van het Gentse UZ voor het jaar 2018 blijkt dat 480 fietsers op de spoeddienst terecht komen na een ongeval op de Gentse tramsporen.
N-VA-fractieleider Anneleen Van Bossuyt: “Dat is een kwart van de officieel geregistreerde fietsongevallen in Gent. Toen ik tijdens de verkiezingscampagne van 2018 wees op de gevaren van de tramsporen voor zwakke weggebruikers werd ik onthaald op hoongelach.
Niemand nam of neemt het probleem ernstig, ook zelfverklaarde fietspartij Groen niet. Ik ben blij dat er nu objectieve cijfers zijn die bevestigen dat tramsporen wel degelijk gevaarlijk zijn voor fietsers.”
“Deze cijfers verbazen me niet”, zegt Van Bossuyt. “Veel fietsende Gentenaars die al onzacht in aanraking kwamen met tramsporen zullen zich hier in herkennen. In de cijfers springt het stadscentrum eruit, met de Korenmarkt en het Sint-Veerleplein op kop. Op sommige plaatsen loopt alles nu eenmaal door elkaar: trams, fietsers, voetgangers, enz. Daar fietsen is allesbehalve comfortabel, in het bijzonder voor kinderen. De cijfers van het UZ zeggen ook lang niet alles: de meeste mensen die op de tramsporen ten val komen, moeten gelukkig niet naar één van de Gentse spoeddiensten.”
“Van de fietsers die op de spoed terecht komen, had 28% één of meerdere breuken en 26% een wonde die gehecht moet worden”, licht Van Bossuyt toe. “Kneuzingen waren er in 53% van de gevallen. De UZ-artsen wijzen terecht op de vaak grote persoonlijke en economische gevolgen van een tramspoor-ongeval, o.a. op vlak van werkonbekwaamheid. Ik ken ook persoonlijk mensen die maanden buiten strijd waren door zo’n ongeval.”
“Het is hoog tijd om te stoppen met lacherig doen over dit soort ongevallen”, vindt Van Bossuyt. “We moeten dit ernstig nemen. Dit stadsbestuur heeft altijd de mond vol over fietsveiligheid, maar voor deze problematiek bestaat geen enkele aandacht. Blijkbaar is de ene fietser de andere niet. Ik ondersteun voluit de vraag van het UZ Gent om de fietsinfrastructuur in onze stad te verbeteren, o.a. door het scheiden van verkeersstromen, en om sensibiliserende acties op te zetten.”
Van Bossuyt besluit: “Blijkbaar zijn de cijfers in geen enkele andere stad met tramsporen zo slecht als in Gent. Ik ga schepen van mobiliteit Watteeuw (Groen) uiteraard met deze cijfers confronteren. Ik zal hem vragen hoe hij die cijfers naar beneden denkt te krijgen. De schepen moet over deze problematiek dringend aan tafel met De Lijn. Met dergelijke cijfers klinkt de slogan ‘Gent Fietsstad’ veeleer grotesk.”