U bent hier
Geen Gents belastinggeld voor aankoop Arsenaalsite in Gentbrugge
Recent stelde Gents Vooruit-kamerlid Joris Vandenbroucke in het federale parlement de vraag of huidige eigenaar NMBS de Arsenaalsite in Gentbrugge niet tegen een vriendenprijs aan de Stad Gent kan verkopen. N-VA is hiervan geen voorstander.
N-VA-kamerlid en Gents fractieleider Anneleen Van Bossuyt: “In april stemden alle Gentse meerderheidspartijen nog een PVDA-voorstel in diezelfde zin weg. Maar blijkbaar is Vooruit nu een andere mening toegedaan. Ofwel is dit weinig loyaal, ofwel hebben ook burgemeester De Clercq & co het geweer van schouder veranderd. Onze houding is in elk geval duidelijk: we willen niet dat men hier een paar tientallen miljoenen euro’s belastinggeld in steekt. Er zijn andere en veel minder dure manieren om de nieuwe Arsenaalsite mee vorm te geven.”
Gemeenteraadslid Gert Robert, zelf Gentbruggenaar: “De NMBS is bestuurlijk autonoom en verhandelt naar eigen inzicht haar patrimonium. Het is deontologisch incorrect dat de federale regering zich zou bemoeien met de hoogte van de bedragen. De NMBS kampt bovendien met een enorme schuldenput en het is haar goed recht eigendommen ter verkopen aan een marktconforme prijs.”
Van Bossuyt: “De Stad en de NMBS hebben samen al een uitgebreide visienota laten opmaken over hoe de Arsenaalsite er in de toekomst uit kan gaan zien. Daarin kiest men voor een mix van wonen, duurzame economische activiteiten, groene ruimte, vrije tijd, cultuur en lokale gemeenschapsfuncties. Een projectontwikkelaar die de site aankoopt zal hier terdege rekening mee moeten houden, men krijgt geen carte blanche.”
Robert: “De stad kan ook via andere instrumenten de site mee vorm geven. De opmaak van een lokaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) is hier één van, al is dit wel een tijdrovende procedure. Maar ook als vergunningverlenende overheid kan de stad de invulling van de site mee bepalen. In bijvoorbeeld Antwerpen bestaat al langer een systeem van ‘stedelijke ontwikkelingskosten’. Bij grote stadsprojecten wordt daarbij – bij voorkeur in onderling overleg – opgelegd welke maatschappelijke meerwaarden de private ontwikkelaar moet realiseren. Dat kan gaan om groen- en speelzones, een kinderkribbe, een school, sport- of jeugdinfrastructuur, betaalbare woningen, enz.”
Van Bossuyt besluit: “Het is niet de taak van de stad om deze site zelf aan te kopen en zelf te gaan ontwikkelen. Dat is iets voor de private markt. De stad beschikt over voldoende, goedkopere instrumenten om dit project mee vorm tegen en om de contouren ervan vast te leggen.”